Informanagement

Category Archives — Informanagement

Wat doet u met de pensioenvoorziening in de bv?

De mogelijkheid om binnen de eigen bv een pensioenvoorziening op te bouwen is in 2017 afgeschaft. Tot en met 2019 heeft u de mogelijkheid om de bestaande pensioenvoorziening in eigen beheer fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 25% in 2018 en 19,5% in 2019. Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2018 te doen vanwege de hogere korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting op 31 december 2015.

Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting. Bij afkoop van de pensioenvoorziening in eigen beheer of van de oudedagsverplichting hoeft geen revisierente betaald te worden.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Optimaliseer de investeringsaftrek

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost, die is bedoeld om de investeringen in bedrijfsmiddelen te stimuleren. De KIA bedraagt voor investeringen boven € 2.300 tot een bedrag van € 56.642 28% van het investeringsbedrag. Het maximum van de KIA is € 15.863. Het bedrag van de KIA blijft tot een investeringsbedrag van € 104.891 gelijk, om daarna af te nemen. Vanaf een investeringstotaal van € 314.673 ontvangt u geen KIA meer. Het optimum van de KIA ligt bij een investeringsbedrag van € 56.642. Voor 2019 zal dat door indexering iets hoger uitvallen. Door uw investeringen slim te plannen kunt u de KIA optimaliseren. De KIA geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen, er zijn uitzonderingen.

Plan de verkoop van bedrijfsmiddelen
Bij de verkoop van bedrijfsmiddelen, waarvoor u eerder KIA hebt gehad, moet u een deel van het genoten voordeel terugbetalen als de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar van aanschaf. Stel de verkoop zo mogelijk uit tot na het vijfde jaar om een desinvesteringsbijtelling bij de winst te voorkomen.

Extra investeringsaftrek
In aanvulling op de KIA heeft u mogelijk recht op energie-investeringsaftrek (EIA) of op milieu-investeringsaftrek (MIA). U heeft recht op EIA voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen. De EIA bedraagt 55% van het investeringsbedrag. Het maximale investeringsbedrag waarover aftrek wordt verleend bedraagt € 120 miljoen. U heeft recht op MIA voor investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de MIA/Vamillijst. Deze lijst wordt ieder jaar gewijzigd. Wilt u zeker zijn dat u met uw investering in aanmerking komt voor MIA dan moet u nog dit jaar investeren.

Aanvraag tijdig indienen
U moet aanvragen voor EIA, MIA en Vamil binnen drie maanden na het aangaan van investeringsverplichtingen hebben ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Bron: Overig | publicatie | 15-11-2018

Proeflokaal Sijgje genomineerd voor beste restaurant/concept van Nederland

Proeflokaal Sijgje is een goede klant van Hoornwijck Groep en is genomineerd als beste restaurant/concept van Nederland. Dat is leuk, maar het is nog maar een nominatie!

Om het echt de beste te worden hebben zij jullie hulp keihard nodig! U kunt helpen Proeflokaal Sijgje het beste restaurant/concept van Nederland te laten worden door hier te stemmen.

Alvast bedankt voor het stemmen!

Bron: Fri, 09 Nov 2018 11:19:28 +0100

Minimumloon 2019

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de bedragen van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2019 vastgesteld. Het bedrag per maand bedraagt voor een werknemer van 22 jaar of ouder € 1.615,80. Het minimumloon per week bedraagt voor deze categorie € 372,90. Per dag komt dat neer op een bedrag van € 74,58. Voor werknemers van 21 jaar of jonger gelden hiervan afgeleide bedragen.

Leeftijd percentage per maand per week per dag
22 jaar en ouder 100% € 1.615,80 € 372,90 € 74,58
21 jaar    85% € 1.373,45 € 316,95 € 63,39
20 jaar    70% € 1.131,05 € 261,05 € 52,21
19 jaar    55% € 888,70  € 205,10 € 41,02
18 jaar    47,5% € 767,50 € 177,15 € 35,43
17 jaar    39,5% € 638,25 € 147,30 € 29,46
16 jaar    34,5% € 557,45 € 128,65 € 25,73
15 jaar    30% € 484,75  € 111,85 € 22,37
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | St.crt. 2018, Nr. 59237 | 08-11-2018

Verlenging termijn indienen formulier afkoop pensioen eigen beheer

De Wet uitfasering pensioen in eigen beheer maakt het tot en met 31 december 2019 mogelijk om een pensioenvoorziening in eigen beheer af te kopen of om te zetten in een oudedagsvoorziening. Voor de afkoop of de omzetting kan het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de fiscale balanswaarde van de pensioenvoorziening fiscaal geruisloos worden prijsgegeven. Bij afkoop of omzetting is geen revisierente verschuldigd. Bij afkoop van de pensioenvoorziening wordt een korting verleend op het bedrag dat tot het loon uit vroegere dienstbetrekking behoort. Om gebruik te kunnen maken van deze fiscale facilitering moet de dga een informatieformulier invullen, ondertekenen en binnen één maand na het afkopen of omzetten bij de Belastingdienst ingediend hebben. De (gewezen) partner van de dga moet het informatieformulier medeondertekenen.

Het te laat of niet medeondertekend inleveren van het formulier heeft tot gevolg dat de waarde in het economische verkeer van de pensioenaanspraken op het moment van prijsgeven als loon uit vroegere dienstbetrekking wordt aangemerkt en dat revisierente is verschuldigd. De staatssecretaris van Financiën vindt dat een te zware straf op het niet geheel voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot het informatieformulier. Daarom keurt hij onder voorwaarden goed dat een informatieformulier dat binnen een jaar na de afkoop of de omzetting is aangeleverd als tijdig wordt aangemerkt. Het gaat om een eenmalige verlenging van de termijn.

De inspecteur moet de dga een termijn van ten minste zes weken geven om een ontbrekende medeondertekening alsnog op te nemen op het formulier. Deze herstelmogelijkheid geldt ook voor informatieformulieren die binnen de verlengde termijn zijn of worden aangeleverd.

Bron: Ministerie van Financiën | besluit | Staatscourant 2018 nr. 61761, nr. 2018-23862 | 08-11-2018

AOW-leeftijd blijft in 2024 67 jaar en drie maanden

De AOW-leeftijd stijgt al enkele jaren. Tot en met 2021 gaat het om een vaste stijging per jaar. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Een eventuele verhoging van de AOW-leeftijd wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Bekendmaking van een verhoging gebeurt vijf jaar van tevoren. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bekend gemaakt dat de AOW-leeftijd voor 2024 niet stijgt en dus 67 jaar en drie maanden blijft. De resterende levensverwachting neemt in 2024 wel toe ten opzichte van eerdere jaren, maar onvoldoende om de AOW-leeftijd verder te verhogen.

Voor de fiscale behandeling van aanvullende pensioenregelingen geldt de pensioenrichtleeftijd als uitgangspunt. De pensioenrichtleeftijd is op vergelijkbare wijze als de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Voor 2020 blijft de pensioenrichtleeftijd 68 jaar.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | 2018-0000161861 | 08-11-2018

Grenzen NHG 2019 vastgesteld

De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is een verzekering voor kopers van een woonhuis. Tegen betaling van een eenmalige premie bij het aangaan van de hypothecaire lening biedt de NHG een vangnet tegen financiële problemen. De koopsom of marktwaarde van de woning mag niet boven een vastgesteld bedrag liggen om een hypotheek met NHG af te kunnen sluiten. De koopsom voor een woning zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt voor het jaar 2019 maximaal € 290.000. Voor woningen met energiebesparende voorzieningen is dit € 307.400. Voor 2018 gelden maxima van € 265.000 en € 280.900.

De NHG-premie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van actuarieel onderzoek. De minister van binnenlandse zaken heeft besloten dat de NHG-premie in 2019 van 1,0 naar 0,9% van het bedrag van de hypothecaire lening daalt.

Bron: Overig | publicatie | 2018-0000854551 | 08-11-2018

Ontslag op staande voet

Wanneer een arbeidsovereenkomst eindigt omdat de werkgever of de werknemer door opzet of schuld de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, heeft de wederpartij recht op schadevergoeding. De kantonrechter kan de vergoeding matigen maar niet verder dan tot het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij toepassing van de wettelijke opzegtermijn zou hebben voortgeduurd.

Nadat de Raad van Commissarissen van een woningbouwvereniging het vertrouwen in de directeur had opgezegd, werd met hem een vaststellingsovereenkomst gesloten. De arbeidsovereenkomst zou met wederzijds goedvinden worden beëindigd per 1 september 2018, waarbij de directeur recht zou hebben op de wettelijke transitievergoeding. In de vaststellingsovereenkomst was een voorbehoud gemaakt voor een mogelijke dringende reden voor ontslag op staande voet, die zich zou kunnen voordoen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. De Raad van Commissarissen had een onderzoek laten doen naar enkele handelingen van de directeur. De resultaten van het onderzoek waren aanleiding om de directeur op staande voet te ontslaan, ondanks de vaststellingsovereenkomst. De reden van het ontslag op staande was gelegen in de aanschaf van een te dure bedrijfsauto en een vastgoedtransactie tegen een te lage prijs. Die te lage prijs was verhuld door de koopsom deels te compenseren met valse facturen van de koper. Ook de aankoop van de te dure auto was verhuld, door naast de factuur voor een minder dure versie van de auto de leverancier een factuur op te laten maken voor het verschil in prijs tussen de geleverde, te dure versie en de gefactureerde versie.

De kantonrechter deelde de opvatting van de werkgever dat de directeur zijn werkgever had misleid. De gedragingen van de directeur in beide kwesties waren zo ernstig verwijtbaar dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven.

De werkgever vorderde schadevergoeding van de directeur ter grootte van twee maandsalarissen. De directeur had de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van een maand kunnen beëindigen per 1 augustus 2018. Volgens de vaststellingsovereenkomst zou de arbeidsovereenkomst eindigen per 1 september 2018. De kantonrechter had de bevoegdheid om de verzochte vergoeding met maximaal één maandsalaris te matigen. Van die bevoegdheid heeft de kantonrechter geen gebruik gemaakt, omdat de directeur het verzoek tot matiging niet had onderbouwd.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBOVE20184120, 7155695 \ EJ VERZ 18-144 | 08-11-2018

Nota van wijziging spoedreparatie vennootschapsbelasting

Een van de nota’s van wijziging als gevolg van de heroverweging van de afschaffing van de dividendbelasting betreft de spoedreparatie van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Het wetsvoorstel houdt in dat de renteaftrekbeperking die winstdrainage tegengaat ook binnen een fiscale eenheid van toepassing wordt. Ook bepaalde onderdelen van de deelnemingsvrijstelling, de renteaftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente en de verliesverrekening bij wijziging van het belang worden van toepassing voor een fiscale eenheid. Een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting wordt door de voorgestelde maatregelen op dezelfde wijze behandeld als een grensoverschrijdend concern.

In afwijking van eerdere aankondigingen en van het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt de terugwerkende kracht van de maatregelen beperkt tot 1 januari 2018. Oorspronkelijk voorzag het wetsvoorstel in terugwerkende kracht tot het moment van aankondiging op 25 oktober 2017. Deze aanpassing voorkomt dat belastingplichtigen de aangifte over 2017 moeten indienen op een moment waarop het wetgevingsproces nog niet is afgerond.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2018-0000177118 | 01-11-2018

Tweede nota van wijziging Belastingplan 2019

Naar aanleiding van de heroverweging van de afschaffing van de dividendbelasting is er nu een tweede nota van wijziging op het Belastingplan 2019 ingediend. De nota van wijziging voorziet in overgangsrecht voor werknemers die gebruik maken van de 30%-regeling. Volgens het wetsvoorstel zou de looptijd voor alle bestaande gevallen worden verkort tot maximaal vijf jaar. Het overgangsrecht houdt in dat de 30%-regeling tot en met 31 december 2020 kan worden toegepast, voor zover deze niet op grond van de huidige wet- en regelgeving eerder zou eindigen voor de betreffende werknemer.

De in het oorspronkelijke wetsvoorstel opgenomen overgangsregeling voor schoolgelden voor internationale scholen voor het huidige schooljaar vervalt.

Bron: Ministerie van Economische Zaken | wetsvoorstel | 2018-0000180840 | 01-11-2018