Maand: januari 2024

Wijzigingen loonbelasting 2024

Gebruikelijk loon

Op werknemers met een aanmerkelijk belang (meestal de dga en diens partner) in de vennootschap, waarvoor zij werken, is de gebruikelijkloonregeling van toepassing. Op grond van deze regeling dient het loon van een dergelijke werknemer in 2024 ten minste € 56.000 te bedragen.

Inkomensgrenzen 30%-regeling

Voor werknemers met een specifieke deskundigheid, die uit het buitenland zijn aangeworven, kan op verzoek de 30%-regeling worden toegepast. Het loon van de werknemer dient in 2024 ten minste € 46.107 te bedragen. Voor een werknemer met een specifieke deskundigheid, die nog geen 30 jaar is, geldt een lager bedrag van € 35.048 per jaar.

Met ingang van 2024 is de 30%-regeling voor nieuwe gevallen beperkt tot het norminkomen van de Wet normering topinkomens. Dat bedraagt € 233.000. De vrijstelling voor de vergoeding geldt gedurende 20 maanden voor 30% van de totale arbeidsbeloning inclusief vergoeding. Daarna is de vrijstelling gedurende 20 maanden 20% en vervolgens gedurende 20 maanden 10%. Voor werknemers, die voor 1 januari 2024 al gebruik maakten van de regeling, blijft de oude regeling van kracht tot uiterlijk 2027.

Werkkostenregeling

Binnen de vrije ruimte kunnen werkgevers aangewezen vergoedingen en verstrekkingen onbelast doen aan hun werknemers. De vrije ruimte in de werkkostenregeling bedraagt 1,92% van de fiscale loonsom van de onderneming tot een bedrag van € 400.000. Voor het meerdere van de loonsom boven € 400.000 bedraagt de vrije ruimte 1,18%.

Waarde van maaltijden en huisvesting
Voor door de werkgever verstrekte maaltijden dient een bijtelling per maaltijd plaats te vinden van € 3,55. Dit geldt zowel voor ontbijt, lunch als voor diner. Voor door de werkgever verstrekte huisvesting of inwoning dient een bijtelling plaats te vinden van € 6,70 per dag.

Thuiswerken
Aan werknemers, die thuiswerken, kan een vrijgestelde vergoeding van € 2,35 per thuisgewerkte dag worden gegeven.

Reiskosten
Voor zakelijke reizen met gebruik van eigen vervoer van de werknemer kan een vrijgestelde vergoeding worden gegeven van maximaal € 0,23 per kilometer.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 01-01-2024

Wijzigingen inkomstenbelasting 2024

Het Belastingplan 2024 heeft een aantal wijzigingen in de inkomstenbelasting aangebracht.

Tarief box 2

Met ingang van 1 januari 2024 kent box 2 een progressief tarief.

Inkomen in box 2 van

tot

tarief

 0

 € 67.000 

 24,5% 

 € 67.000

 

 31%

Tarief box 3

Het tarief voor de belastingheffing over de inkomsten uit sparen en beleggen bedraagt voor 2024 36%.

Forfaitaire rendementen box 3

Sinds 1 januari 2023 bestaan er drie categorieën vermogensbestanddelen met elk een eigen forfaitair rendementspercentage. De definitieve forfaits voor banktegoeden en schulden voor 2023 worden in het eerste kwartaal van 2024 vastgesteld. Voor het opleggen van voorlopige aanslagen wordt gebruik gemaakt van voorlopige forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden. Voor banktegoeden wordt uitgegaan van het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar op deposito’s met een opzegtermijn van maximaal drie maanden. Voor 2024 bedraagt dit 1,03%. Voor schulden wordt uitgegaan van het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken. Voor 2024 bedraagt dit 2,47%. Voor de categorie overige bezittingen is het definitieve rendement voor 2024 vastgesteld op 6,04%.

Ondernemers

De zelfstandigenaftrek bedraagt in 2024 € 3.750. Dit was in 2023 nog € 5.030.

De mkb-winstaftrek voor ondernemers is verlaagd van 14% naar 13,31% van de winst.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | Staatsblad 2023, 499 | 26-12-2023

Aanpassing Wet excessief lenen bij eigen vennootschap

Op grond van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap wordt het bovenmatige deel van de schulden, die de houder van een aanmerkelijk belang in een vennootschap aan die vennootschap heeft, aangemerkt als een regulier voordeel uit aanmerkelijk belang. Dat betekent dat dit deel van de schulden wordt belast in box 2 van de inkomstenbelasting. De wet geldt ook voor de partner van de houder van het aanmerkelijke belang en voor schulden, die zij gezamenlijk hebben. Het bovenmatige deel van de schulden is het totaal van de schulden, voor zover dat op de peildatum meer bedraagt dan € 500.000. Eigenwoningschulden tellen niet mee voor deze regeling. De peildatum is 31 december van een kalenderjaar. Voor het jaar 2023 gold nog een schuldbedrag van € 700.000.  Het bedrag van € 500.000 wordt vermeerderd met bedragen, die eerder op grond van deze regeling in de belastingheffing zijn betrokken.

Bron: Ministerie van Financiën | wetswijziging | Staatsblad 2023, 499 | 26-12-2023

Wettelijke rente per 1 januari 2024

De wettelijke rente is per 1 januari 2024 verhoogd van 6% naar 7%. De vorige wijziging van de wettelijke rente vond plaats per 1 juli 2023. De wettelijke rente wordt berekend door de basisherfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank (ECB) te verhogen met een opslag van 2,25%. De basisherfinancieringsrente van de ECB bedraagt 4,5%. De berekende rente wordt afgerond op hele procenten, waarbij halve procenten of meer naar boven worden afgerond. De basisherfinancieringsrente is de rente waartegen banken voor de duur van één week geld kunnen lenen van de ECB. Aanpassing van de wettelijke rente geschiedt, indien nodig, halfjaarlijks per 1 januari en per 1 juli.

Bron: Overig | besluit | Staatsblad 2023, 484 | 21-12-2023

Energielijst 2024 vastgesteld

De minister van EZK heeft de Energielijst 2024 vastgesteld. Deze lijst bevat de bedrijfsmiddelen, die bij investering in 2024 in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA). De lijst bevat in 2024 geen bedrijfsmiddelen meer waarvan de terugverdientijd beduidend korter is dan vijf jaar. Bedrijven en instellingen zijn verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren. Deze verplichte maatregelen worden niet langer via de EIA gesubsidieerd.

Met ingang van 2024 komen zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking met een kleinverbruikersaansluiting alleen in aanmerking voor de EIA als het maximum vermogen niet meer dan 55 kW bedraagt.

Voor ondernemers, die de hoogst haalbare energieprestatieverbetering volgens de renovatiestandaard voor hun bedrijfsgebouw realiseren (A++ of A+++), is het maximum investeringsbedrag, dat in aanmerking komt voor EIA, verhoogd.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | besluit | nr. WJZ/ 43351823, stcrt. 2023-34947 | 28-12-2023

Tarieven en heffingskortingen 2024

De tarieven in box 1 van de inkomstenbelasting en voor de loonbelasting zijn in 2024 als volgt.

tariefschijf

inkomen op jaarbasis

belasting en premies volksverzekeringen, jonger dan AOW-leeftijd

idem, AOW-leeftijd en ouder

 1a

 € 0 tot € 38.098

 36,97%

 19,07%

 1b

 € 38.098 tot € 75.518

 36,97%

 36,97%

 2

 € 75.518 of meer

 49,5%

 49,5%

Voor mensen, die geboren zijn voor 1 januari 1946, geldt een hogere grens van schijf 1a van € 40.021.

Het tarief in de eerste schijf bevat een premiecomponent. Tot de AOW-leeftijd bestaat deze uit 17,9% AOW, 0,1% Anw en 9,65% Wlz. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd vervalt de AOW-premie. In 2024 bedraagt de AOW-leeftijd 67 jaar.

Heffingskortingen

De algemene heffingskorting bedraagt maximaal € 3.362 en wordt boven een inkomen in box 1 van € 24.812 afgebouwd tot nihil. De afbouw bedraagt 6,63% van het meerdere inkomen. Voor mensen, die de AOW-leeftijd hebben bereikt, bedraagt de algemene heffingskorting maximaal € 1.735 en bedraagt de afbouw 3,42%. Vanaf een inkomen van € 75.518 is de algemene heffingskorting nihil.

De arbeidskorting bedraagt maximaal € 5.532 voor mensen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt bedraagt de arbeidskorting maximaal € 2.854. De arbeidskorting wordt afgebouwd tot nihil vanaf een arbeidsinkomen van € 39.957. De afbouw bedraagt 6,51% van het arbeidsinkomen boven € 39.957. Voor AOW-gerechtigden bedraagt de afbouw 3,358%. De arbeidskorting bedraagt nihil bij een inkomen vanaf € 124.934.

De inkomensafhankelijke combinatiekorting kent geen basisbedrag. De korting start bij een arbeidsinkomen van € 6.073 en loopt op met 11,45% van het meerdere inkomen tot een maximum van € 2.950 bij een inkomen van € 31.837 of hoger.

De jonggehandicaptenkorting bedraagt € 898.

De ouderenkorting geldt voor AOW-gerechtigden. De ouderenkorting bedraagt € 2.010 tot een inkomen van € 44.770. Boven dat inkomen daalt de ouderenkorting met 15% van het meerdere tot nihil bij een inkomen van € 58.170. De alleenstaande-ouderenkorting bedraagt € 524.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 01-01-2024