In aanvulling op het door het vorige kabinet beschikbaar gestelde steunpakket voor de culturele sector van € 195,1 miljoen is € 56,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode van 1 februari tot en met 8 maart 2022. Het bedrag van de aanvulling kan worden verlaagd als er na 15 februari 2022 versoepelingen mogelijk zijn. De totaal beschikbare € 251,6 miljoen wordt als volgt verdeeld:
- € 76,5 miljoen voor instellingen in de basisinfrastructuur, instellingen die subsidie ontvangen via de Erfgoedwet en instellingen met een meerjarige subsidie van de rijkscultuurfondsen.
- € 30 miljoen voor verlenging van de directe steun aan makers.
- € 8,6 miljoen voor een regeling via het Mondriaan Fonds ter ondersteuning van musea.
- € 111,5 miljoen voor de suppletieregelingen voor theaters, (pop)podia en concertzalen bij het Fonds Podiumkunsten.
- € 25 miljoen voor de voorzetting van de lening bij Cultuur+Ondernemen met een looptijd tot het einde van het tweede kwartaal van 2022.
- Verlenging van de monumentenlening van het Nationaal Restauratiefonds tot het einde van het tweede kwartaal van 2022.
De aanvullende subsidie voor instellingen in de basisinfrastructuur wordt berekend volgens de uitgangspunten van eerdere steunpakketten en als volgt verstrekt:
- De aanvullende subsidie dekt gedeeltelijk de gederfde eigen inkomsten en vormt een aanvulling op de reguliere subsidie.
- De aanvullende subsidie wordt berekend op basis van 15% van de gemiddeld behaalde eigen inkomsten in de jaren 2018 en 2019. Voor regionale musea bestaat de ondersteuning uit 12,5% van de BIS-subsidie.
- De aanvullende subsidie bedraagt maximaal twee maal het structurele subsidiebedrag dat de instelling heeft ontvangen in 2019.
- In aanmerking komen instellingen die in 2019 minimaal 15% aan eigen inkomsten hadden.
- Instellingen die geen of nauwelijks publieksactiviteiten uitvoeren zijn uitgesloten.
- Festivals en biënnales ontvangen op basis van deze rekenregel een aanvullende subsidie.
Steun voor makers
De directe steun voor culturele professionals wordt als volgt verdeeld:
- € 15 miljoen via de zes rijkscultuurfondsen voor regelingen voor werkbudgetten, beurzen en steun voor experimenteel onderzoek.
- € 10 miljoen voor het Steunfonds Rechtensector om makers en uitvoerende kunstenaars uit de gehele creatieve en culturele sector financieel te ondersteunen.
- € 3,5 miljoen voor het Abraham Tuschinski Fonds om de productie van Nederlandse bioscoopfilms te ondersteunen.
- € 1,5 miljoen aan de Koninklijke Bibliotheek om rechthebbenden (auteurs, vertalers, illustratoren en uitgevers) te betalen vanwege de extra uitleningen van hun werken.
Compensatieregelingen bij het Fonds Podiumkunsten
Producenten van professionele live-voorstellingen en -concerten worden gecompenseerd voor gederfde inkomsten uit de kaartverkoop in de periode 28 november 2021 tot en met 31 januari 2022. Deze regeling zal op korte termijn open worden gesteld. Tot 85% van de kaarten voor deze activiteiten wordt opgekocht, ook als deze activiteiten door de coronamaatregelen zijn geannuleerd. Voor de periode van 1 februari tot en met 8 maart 2022 komt een nieuwe suppletieregeling.
Daarnaast maakt het Fonds Podiumkunsten een compensatieregeling voor podia en organisatoren die te maken kregen met de capaciteitsbeperking van 1.250 bezoekers in de periode 12 november tot 28 november 2021.
Steun aan musea
Via het Mondriaan Fonds wordt € 8,6 miljoen beschikbaar gesteld ter gedeeltelijke compensatie voor de verplichte sluiting vanaf 18 december 2021.
Bron: Overig | publicatie | 31280602 | 30-01-2022